Disney ziet het als de ‘nieuwe generatie van storytelling’, Apple, Google en Microsoft investeren er miljarden in, Facebook-moederbedrijf Meta heeft zich er vorig jaar zelfs naar vernoemd. Maar wat is het metaverse nu eigenlijk en hoe gaat het de komende jaren ons leven veranderen? In The Metaverse: And How It Will Revolutionize Everything buigt de Amerikaanse durfkapitalist Matthew Ball zich over een nakende industrie die naar zijn verwachting binnen een jaar of tien duizenden miljarden dollars aan omzet zal genereren.
Virtuele 3d wereld
Centraal in het boek staat de constatering dat wat het metaverse precies behelst nog lang niet is uitgekristalliseerd (het begrip is in het Nederlands nog zo nieuw dat er zelfs nog geen geslacht voor lijkt te zijn bepaald: waar uitgever Bruna het metaverse als onzijdig ziet, toont tech-tijdschrift Emerce een voorkeur voor het lidwoord ‘de’). De definitie die Ball zelf gebruikt komt grofweg neer op een toekomstige versie van het internet waarin gebruikers zich naadloos en in real time door een netwerk van virtuele 3D-werelden kunnen bewegen. De gaming-industrie laat nu al zien waar dat toe kan leiden. Zo ontmoeten deelnemers aan spellen als Roblox en Fortnite elkaar in alternatieve realiteiten waarin ze virtuele accessoires kunnen kopen, en daarin soms zelfs samensmelten met de echte wereld, in het geval van Fortnite bijvoorbeeld via een concert van popster Ariana Grande.
Maar het idee van een digitaal meta-universum kan aan praktisch alle sectoren worden gekoppeld, van gezondheidszorg tot onderwijs, van entertainment tot defensie, van architectuur tot de seksindustrie en alles daar tussenin. Daarbij is het ook belangrijk om te kijken wat het metaverse níet is. Zo zijn de virtual reality-brillen waar Google en Facebook momenteel op inzetten geen absolute voorwaarde om de alternatieve werelden te kunnen betreden, en is het metaverse iets anders dan Web3, een gedecentraliseerde versie van het internet op basis van technologieën als blockchain en cryptovaluta.
Voorspellingen
Ball doet bewust geen voorspellingen. Net zoals het twintig jaar geleden onduidelijk was dat een digitaal smoelenboek voor hitsige universiteitsstudenten uit zou groeien tot ‘s werelds grootste sociale media-platform, zo zijn ook de huidige verschijningsvormen van het metaverse niet representatief voor de toekomst. Hij waarschuwt echter wel voor het gevaar dat de virtuele werelden van straks gedomineerd kunnen worden door slechts een handjevol spelers. Als we als samenleving willen voorkomen dat het metaverse net zo slecht gereguleerd wordt als het huidige internet, is het raadzaam om daar nu al over na te denken.
Carbon footprint
De strijd voor een beter milieu wordt al jarenlang ondermijnd door marketeers. Zo houden lobbygroepen voor vervuilende sectoren nog steeds hardnekkig vol dat de wetenschappelijke consensus over de oorzaken van klimaatverandering ontbreekt. En is het concept van de carbon footprint ontwikkeld door het reclamebureau Ogilvy & Mather in opdracht van British Petroleum, vanuit de gedachte dat zolang we blijven navelstaren op onze eigen ecologische zonden, de olieindustrie buiten schot blijft.
Klimaatoffensief
In dat opzicht is het misschien passend dat het contra-offensief inmiddels óók door een marketeer wordt aangestuurd. Met de Klimaatalmanak probeert bestseller-auteur en milieu-activist Seth Godin om de discussie naar een hoger, feitelijker en minder emotioneel plan te brengen. Hij heeft hiervoor zo’n driehonderd ondernemers, wetenschappers, onderwijzers en kunstenaars bijeengebracht (waaronder vanuit Nederland onder andere fotograaf Michel Porro) om door middel van grafieken, cartoons en korte verhandelingen het hele spectrum van het klimaatprobleem in kaart te brengen.
Echte verandering
Het project biedt daarnaast ook oplossingen – de ondertitel van het boek luidt niet voor niets Het is nog niet te laat. De auteurs benadrukken hierbij dat individuele actie (in Nederland onder meer verwoordt in de slogan ‘Een beter milieu begint bij jezelf’) niet volstaat. Echte verandering is alleen mogelijk met actieve medewerking van spelers die de macht en de middelen hebben om op wereldschaal te kunnen opereren, zoals multinationals en overheden – al kunnen bezorgde burgers in hun rol als consument en stemmer daar wel indirect invloed op uitoefenen.
Het mkb kan ook een steentje bijdragen, onder meer door zonnepanelen op het dak te plaatsen, het gebruik van electrische auto’s te stimuleren, bestaande kantoorpanden te betrekken (de bouwsector is niet alleen verantwoordelijk voor 38 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot, maar draagt ook bij tot het stikstofprobleem) en geen zaken te doen met banken die de fossiele industrie financieren.
Platform voor actie
Maar misschien de meest effectieve bijdrage die ondernemers kunnen leveren is door de organisatie te gebruiken als een platform voor actie. Zoals Godin in het voorwoord schrijft: ‘Als dit boek je inspireert om het met een vriend te delen dan is het het waard geweest. Als het ervoor zorgt dat jij en je vriend een groep van tien mensen bijeenbrengen, dan heeft het een verschil gemaakt. En als die tien mensen coördineren met tien andere groepen om een organisatorische en culturele verandering te bewerkstelligen, dan wordt het een succes.’
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.